Wie wel eens een auto heeft gekocht is ongetwijfeld bekend met de zogenaamde BPM. Deze belasting moet namelijk betaald worden wanneer een auto of motor van kenteken wisselt. Aangezien in Nederland kentekenplaten verbonden zijn aan personen en niet aan voertuigen, komt dit er op neer dat je BPM moet betalen iedere keer wanneer je je auto inruilt voor een nieuw exemplaar. Een tweedehands auto importeren van over de grens lijkt misschien een slimme oplossing. Maar ook een buitenlandse auto die in Nederland geregistreerd staat moet beschikken over een Nederlands kenteken. De werkelijke restwaarde berekenen is vaak een slimme oplossing om toch duizenden euro’s te besparen op je BPM.
Hoe berekent de Belastingdienst de BPM?
Zoals met zoveel belastingen wordt de hoogte van de BPM vastgesteld door een bepaald percentage te nemen van de waarde van een voertuig. De Belastingdienst kan natuurlijk onmogelijk alle auto’s aan een grondige inspectie onderwerpen om de werkelijke waarde ervan vast te stellen. In plaats daarvan werkt de fiscus met zijn eigen tabellen. In deze lijsten zijn standaard waardes voor verschillende types voertuigen opgenomen die in Nederland de weg op mogen. Aan de hand van de datum waarop het voertuig voor het eerst is gebruikt wordt daar vervolgens een bepaald percentage van genomen.
Bespaar op de BPM door middel van de tegenbewijsregeling
Dat de werkelijke waarde van een voertuig vaak afwijkt van de normaalprijs laat zich natuurlijk raden. Na een aantal jaar kan er al een flink verschil zitten tussen twee auto’s van hetzelfde type en merk. Die ook nog op dezelfde datum in gebruik zijn genomen. Een voertuig dat nagenoeg altijd bij een oud vrouwtje in de garage heeft gestaan zal na al die tijd meer waard zijn dan hetzelfde voertuig dat al een aantal reparaties heeft ondergaan en dat de nodige kilometers op de teller heeft. Vandaar dat de rechter een aantal jaren geleden de zogenaamde ’tegenbewijsregeling’ in het leven heeft geroepen. Volgens deze uitspraak kan de Belastingdienst inderdaad niet ieder voertuig afzonderlijk keuren. Maar de werkelijke restwaarde berekenen kun je als burger ook zelf doen. Kom je met een goed onderbouwde berekening, dan moet de fiscus deze waarde als uitgangspunt nemen bij het vaststellen van de BPM.
De werkelijke restwaarde berekenen met behulp van professionals
De tegenbewijsregeling klinkt mooi, maar als particulier kan het nog een hele kluif zijn om de actuele waarde van een voertuig te berekenen. Professionele partijen kennen de automarkt door en door, en weten als geen ander welke factoren de prijs van een auto of motor beïnvloeden. Die partijen hebben vaak uitstekende contacten met bedrijven zoals garages, verzekeringsmaatschappijen en leasebedrijven. Op basis van hun meest actuele en betrouwbare informatie hebben zij een slimme rekentool opgesteld voor het restwaarde berekenen. Je selecteert eenvoudig factoren zoals het merk, model en de datum van eerste gebruik, waarna je inzicht krijgt in de koerslijstinformatie. Uiteraard loont het restwaarde berekenen vooral bij auto’s die al een paar jaar meegaan. Maar ook voor nieuwere voertuigen kun je besparen op de BPM wanneer je gebruik maakt van de tegenbewijsregeling.
Foto header via iStock, credits: Sparky2000